Zuigflescariës is een ander woord voor tandbederf (gaatjes) bij baby’s en peuters in het melkgebit. Die gaatjes ontstaan wanneer jonge kinderen vaak in aanraking komen met koolhydraten en suikers. Wanneer een kind al op zo’n jonge leeftijd kampt met gebitsproblemen is de kans groot dat dit doorwerkt in het uiteindelijke volwassen gebit. Voorkomen is daarom beter dan genezen.
Zuigflescariës kan ontstaan wanneer de eerste tandjes doorkomen. De boventanden worden doorgaans het eerst aangetast, gevolgd door de boven- en onderkiezen. Meestal worden de tandjes aangetast in volgorde van doorkomen. De ondertanden blijven vaak gespaard omdat de tong daaroverheen ligt en daar de speekselklieren zitten. Omdat zuigflescariës begint als kleine, doffe witte vlekjes, zijn ze niet meteen duidelijk te herkennen en worden ze vaak pas opgemerkt wanneer het kind de peuterleeftijd bereikt. Tegen die tijd is de cariës onmiskenbaar en in een vergevorderd stadium. De tandjes zijn geel, bruin of zwart van kleur en raken door het beschadigde glazuur dusdanig verzwakt dat er zomaar stukjes kunnen afbreken. Wanneer het bederf zich met name aan de achterkant van de tandjes bevindt, wordt het in sommige gevallen pas ontdekt wanneer een kind klaagt over pijn tijdens het eten of tandenpoetsen of slecht kan slapen van de pijn.
Zuigflescariës ontstaat wanneer het net doorgekomen gebit van baby’s en peuters te vaak in aanraking komt met koolhydraten. Koolhydraten worden omgezet in suikers die door de bacteriën in de mond vervolgens worden omgezet in zuren. Die zuren tasten het glazuur van de net doorgekomen tandjes aan. De meest voorkomende oorzaak van zuigflescariës is het te vaak in aanraking komen met koolhydraten uit de flesvoeding. Baby’s en peuters krijgen vaak flesjes melk mee naar bed om rustig te worden. De bacteriën kunnen dan de hele nacht ongestoord hun gang gaan en de suikers omzetten in zuren die het tandglazuur aantasten. Hoewel deze vorm van tandbederf meestal wordt gelinkt aan flesvoeding, kan het ook ontstaan door het te frequent geven van borstvoeding omdat er ook dan een constante toevoer is van voeding.
Speeksel neutraliseert normaal gesproken het zuur tussen de eet- en drinkmomenten door. Wanneer je kind echter te veel tussendoortjes krijgt of urenlang aan een flesje zuigt in bed, krijgt het speeksel simpelweg niet de tijd om de schade te herstellen. Bovendien ligt tijdens de slaap de speekselproductie lager.
Suiker is de grote boosdoener
Vermijd koolhydraten en suiker bij jonge kinderen. Voeg geen suiker toe aan het eten van je kind en doop het speentje van je baby niet in suiker. Probeer vruchtensappen en limonade te vermijden en geef je kind in plaats daarvan liever water in zijn flesje of beker. Beperk ook het aantal eetmomenten en tussendoortjes. Kortom: voorkom dat je kind gewend raakt aan suikers.
Drinken in bed
Veel ouders geven hun kind een flesje mee naar bed om het kind rustig te houden of makkelijker in slaap te laten vallen. Deze vorm van tandbederf heet niet voor niks zuigflescariës. De koolhydraten in melk en de suikers in limonade kunnen ’s nachts urenlang hun gang gaan. Vul het flesje daarom liever met water. Gebruik bij voorkeur ook overdag geen flesjes met suikerhoudende drankjes. Wanneer je kind negen maanden oud is, kun je het al leren om rechtop uit een beker te drinken in plaats van urenlang iedere keer een slokje te nemen.
Goed poetsen
Tandenpoetsen is belangrijk vanaf het eerste doorgekomen babytandje. Door goed en regelmatig te poetsen met een peutertandpasta en tandenborstel met zachte haren, poets je de schadelijke tandplak weg. Poets bij voorkeur in ieder geval voor het slapengaan, zodat kinderen met een schone mond naar bed gaan.
Mondhygiënist of tandarts
Neem je kind al op jonge leeftijd mee naar de mondhygiënist of tandarts. Omdat zuigflescariës meestal in een te laat stadium ontdekt wordt, is het belangrijk om je kind zo vroeg mogelijk mee te nemen als je zelf een bezoek brengt aan de mondhygiënist of tandarts. Zo kan de zuigflescariës niet alleen eerder worden ontdekt maar zorgt het er tevens voor dat kinderen wennen aan de handelingen in de mondzorgpraktijk en daardoor minder snel angst ontwikkelen.
Wanneer je kind van de constante fles af is, kan zuigflescariës tot stilstand gebracht worden. Goed poetsen met fluoridetandpasta, en maximaal zeven eet- en drinkmomenten aanhouden is daarbij belangrijk. Breng altijd een bezoek aan de mondhygiënist of tandarts om te schade zoveel mogelijk te beperken. Soms is de schade al dusdanig erg dat behandeling door een tandarts noodzakelijk is.
Cariës behandelen op zo’n jonge leeftijd kan helaas wel gevolgen hebben. Wanneer een kiesje er dusdanig slecht aan toe is dat het getrokken moet worden, kan het voorkomen dat andere tanden en kiezen gaan schuiven, waardoor er te weinig plaats is wanneer de blijvende tanden doorkomen. Wat ook voorkomt is dat het kind angst voor de behandeling ontwikkelt omdat er geboord en getrokken moet worden terwijl het kind nog te jong is om te begrijpen wat er precies aan de hand is.